De inflatie bereikt een recordniveau. Volgens Eurostat (het bureau voor de statistiek van de Europese Unie) bedraagt de inflatie in de eurozone als geheel momenteel ongeveer 9%. In België bedroeg de inflatie in juli 10% en in Nederland zelfs 11%. In de Baltische staten is de inflatie deze zomer het hoogst: in alle drie de landen bedraagt zij meer dan 20%. Het streefcijfer van de Europese Centrale Bank is slechts 2%, dus deze statistieken zijn wel degelijk zorgwekkend hoog.
Op basis van een reeks berekeningen zijn de economen van Atradius echter van mening dat de inflatie nu haar hoogtepunt heeft bereikt en in het laatste deel van dit jaar en volgend jaar geleidelijk zal beginnen af te nemen.
Globaal gesproken beschrijft inflatie een algemene stijging van de kosten voor consumptiegoederen. Als de gemiddelde prijs van goederen vandaag duurder is dan gisteren, is er sprake van inflatie. Het gaat niet alleen om de kosten van afzonderlijke artikelen; er is sprake van inflatie wanneer de prijzen van een breed scala aan goederen stijgen.
De inflatie wordt berekend door de kosten van een hypothetisch boodschappenmandje op te tellen en te vergelijken met de prijzen van vorig jaar. Dit mandje bevat goederen waaraan mensen gewoonlijk geld uitgeven, variërend van benzine tot koffie, van meubels tot vakanties en van fruit tot een knipbeurt bij de kapper. Het mandje is enorm en bevat bijna 300 productcategorieën van goederen en diensten en miljoenen prijzen.
In de eurozone wordt de inflatie berekend door het nationale bureau voor de statistiek van elk afzonderlijk land. Om de gegevens vergelijkbaar te maken, gebruikt elk land een geharmoniseerde index van de consumptieprijzen (GICP/HICP), wat betekent dat ze dezelfde methode toepassen op de gegevens die ze verzamelen. Elk land geeft deze gegevens door aan Eurostat, dat vervolgens het GICP voor de eurozone als geheel berekent. Het gedefinieerde goederenpakket en de daarop toegepaste weging worden jaarlijks bijgewerkt om rekening te houden met de veranderende aankoopgewoonten van de consumenten.
De huidige hoge inflatie is voor een groot deel te wijten aan factoren die verband houden met de pandemie en met de energieprijsstijgingen als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.
De pandemie had grote gevolgen voor de toeleveringsketens en betekende dat veel bedrijven meer moesten uitgeven aan de invoer van goederen of grondstoffen. Veel van deze extra kosten werden via prijsstijgingen doorberekend aan de consument.
Op 24 februari lanceerde Rusland een militaire invasie in Oekraïne. Rusland is een van de grootste exporteurs van olie en gas ter wereld, maar als gevolg van sancties en andere problemen is deze export drastisch gedaald. Volgens statistieken die het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in juli 2022
heeft gepubliceerd, heeft Europa sinds juni 2021 een daling van 60% van de Russische gasleveringen gekend. Het vinden en vervoeren van alternatieve bronnen van olie en gas kan extra kosten met zich meebrengen, wat op zijn beurt leidt tot prijsstijgingen voor energie en ook voor goederen. Als een fabriek namelijk meer moet uitgeven aan haar energierekening, zal zij wellicht een deel van de kosten moeten terugverdienen via een prijsstijging voor haar eindproducten.
Bijna de helft van de HICP-inflatie in juni van dit jaar - 4,0%-punten - kan worden toegeschreven aan hogere energieprijzen.
Het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB) is erop gericht de inflatie op 2% te houden. Het is duidelijk dat de huidige inflatiecijfers in de eurozone veel hoger liggen dan dit streefcijfer. De ECB neemt om de zes weken besluiten over het monetaire beleid. Tijdens haar vergadering in juli besloot de ECB de rente te verhogen in een poging de inflatie te beteugelen. Zij verhoogde de beleidsrente met 50 basispunten. Volgens veel commentatoren zullen er in de rest van dit jaar waarschijnlijk nog een of twee verdere verhogingen volgen.
In hun meest recente Economic Rapport merken de economen van Atradius op dat de interventie van de ECB vrij gematigd is en suggereren ze dat dit de verwachting weerspiegelt dat de inflatie zal afnemen. Zij bespreken een reeks factoren die waarschijnlijk tot een daling van de inflatie zullen leiden, waaronder een vermindering van de druk op de toeleveringsketen en een beteugeling van de loonstijgingen, en zij stellen dat een herhaling van de energieprijsstijging onwaarschijnlijk is. Het is immers onwaarschijnlijk dat de Russische gasleveringen volledig worden stopgezet.
Op basis van de prijsindex van energie, voedsel en kerninflatie (d.w.z. HICP met inbegrip van industriële goederen en diensten, exclusief voedsel en energie) concluderen de economen van Atradius dat de huidige stand van energie- en voedselprijzen geen lang leven beschoren is. Zij berekenen dat de inflatiepiek van 2022 zal worden geëvenaard door een daling in spiegelbeeld tegen eind 2023.
De economen van Atradius zetten hun berekeningen uiteen in het rapport Atradius Economic Research August 2022: Inflation expectations not yet decoupled from the official ECB target.